Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tat:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tat (Duits) in het Zweeds

Tat:

Tat [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Tat (Freizeitbeschäftigung; Leistung; Tätigkeit; )
    fritidssysselsättning; hobby
  2. die Tat (Akt; Handlung; Werk)
    akt; handling; agerande; dåd
    • akt [-en] zelfstandig naamwoord
    • handling [-en] zelfstandig naamwoord
    • agerande [-ett] zelfstandig naamwoord
    • dåd [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agerande Akt; Handlung; Tat; Werk
akt Akt; Handlung; Tat; Werk
dåd Akt; Handlung; Tat; Werk Missetat; Übeltat
fritidssysselsättning Arbeit; Aufgabe; Beschäftigung; Freizeitbeschäftigung; Leistung; Tat; Tätigkeit Erholung; Rekreation
handling Akt; Handlung; Tat; Werk Plot
hobby Arbeit; Aufgabe; Beschäftigung; Freizeitbeschäftigung; Leistung; Tat; Tätigkeit Liebhaberei; Steckenpferd

Synoniemen voor "Tat":


Wiktionary: Tat

Tat
noun
  1. einmalige Handlung, die etwas Gutes oder Böses bewirkt
  2. kurz für „(mutmaßliche) Straftat

Cross Translation:
FromToVia
Tat dåd; handling act — deed
Tat dåd; gärning deed — action
Tat dåd; handling handeling — datgene dat gedaan is
Tat verksamhet action — Tout ce qu’on fait (sens général)

Verwante vertalingen van Tat