Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Tarif:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tarif (Duits) in het Zweeds

Tarif:

Tarif [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tarif (Zoll)
    prislista; tariff; taxa
    • prislista zelfstandig naamwoord
    • tariff [-en] zelfstandig naamwoord
    • taxa [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tarif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prislista Tarif; Zoll Anspruch; Antrag; Berechtigung; Einforderung; Entgeld; Erhebung; Fahrpreis; Forderung; Fortgang; Fortschritt; Gebühr; Gebühren; Gehalt; Gehälter; Hebung; Preisliste; Preistafel
tariff Tarif; Zoll
taxa Tarif; Zoll

Synoniemen voor "Tarif":