Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Student:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Student (Duits) in het Zweeds

Student:

Student [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Student (Schüler; Studentin; Schülerin)
    studentska; student; studerande
  2. der Student
    student
    • student [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Student:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
student Schüler; Schülerin; Student; Studentin Kursist; Kursistin; Schülerin; Studentin; Teilnehmer
studentska Schüler; Schülerin; Student; Studentin
studerande Schüler; Schülerin; Student; Studentin Kursist; Kursistin; Lernen; Mustern; Prüfend anschauen; Studieren; Teilnehmer

Synoniemen voor "Student":

  • stud.; Studierender; studiosus

Wiktionary: Student

Student
noun
  1. Person, die an einer Universität oder Fachhochschule studiert

Cross Translation:
FromToVia
Student student; studenter alumnus — a student
Student student; studentska; elev student — person who studies an academic subject
Student student; studentska student — person enrolled at a university
Student student student — iemand die hoger onderwijs volgt
Student student étudiant — Personne étudiant à l’université

Verwante vertalingen van Student