Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Stoßzeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stoßzeit (Duits) in het Zweeds

Stoßzeit:

Stoßzeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stoßzeit (Verkehrsspitze; Hauptverkehrsstunde)
  2. die Stoßzeit (Spitzenzeit)
    höjdpunkt; under högtrafik

Vertaal Matrix voor Stoßzeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagens brådaste timmar Hauptverkehrsstunde; Stoßzeit; Verkehrsspitze
höjdpunkt Spitzenzeit; Stoßzeit Gipfel; Gipfelpunkt; Höhepunkt; Klimax; Orgasmus; Spitze; Zenit; hoher Festtag; höchster Punkt
under högtrafik Spitzenzeit; Stoßzeit

Synoniemen voor "Stoßzeit":


Wiktionary: Stoßzeit


Cross Translation:
FromToVia
Stoßzeit rusningstid rush hour — times of day when traffic jams are commonplace, principally due to commuting