Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Stadt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Stadt (Duits) in het Zweeds

Stadt:

Stadt [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Stadt
    storstad
  2. die Stadt
  3. die Stadt (Gemeinde)
    samfund; grupp; gemenskap; brödraskap

Vertaal Matrix voor Stadt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brödraskap Gemeinde; Stadt Allianz; Konnexion; Verbindung
gemenskap Gemeinde; Stadt Gemeinschaft; Gesellschaft; Prozession; der ganze Gemeinschaft
grupp Gemeinde; Stadt Arbeitsgruppe; Band; Begleitung; Blaskapelle; Community; Ensemble; Fanfare; Gemeinde; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gruppe; Gruppe von Menschen; Gruppierung; Harmonie; Haufen; Herde; Horde; Kategorie; Kernmannschaft; Klasse; Masse; Menge; Partei; Schar; Schicht; Schub; Schwarm; Spielmannszug; Stamm; Stand; Suite; Team; Trupp; Truppe; Verteilergruppe; Verteilerliste; Volksmenge
samfund Gemeinde; Stadt Gemeinschaft; Genossenschaft; Gesellschaft; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Runde; Verein; Vereinigung
storstad Stadt Großstadt; Metropole; Millionenstadt; Weltstadt; riesengroße Stadt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
stad Stadt

Synoniemen voor "Stadt":


Wiktionary: Stadt

Stadt
noun
  1. eine meist größere, zivile, zentralisierte, abgegrenzte Siedlung

Cross Translation:
FromToVia
Stadt stad city — large settlement
Stadt stad; tätort town — settlement
Stadt stad; tätort stad — Woonplaats
Stadt stad citéville, surtout quand on vouloir en faire ressortir l’importance.
Stadt stad ville — Zone urbaine fortement peuplée dans laquelle se concentre la majorité des activités humaines d’un pays

Verwante vertalingen van Stadt