Duits
Uitgebreide vertaling voor Spritzer (Duits) in het Zweeds
Spritzer:
Vertaal Matrix voor Spritzer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
plask | Klecks; Spritzer; Tüpfel | Gespritz; Guß; Schwall |
pundare | Spritzer | |
rusa | Schuß; Spritzer; Spur | |
skvätt | Klecks; Spritzer; Tüpfel | |
sprutnarkoman | Spritzer | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rusa | Tempo machen; anstürmen; beeilen; bestürmen; eilen; fangen; fegen; galoppieren; hasten; hetzen; jagen; laufen; rennen; sich beeilen; springen; sprinten; spritzen; sputen; stürmen; stürzen; tragen; wetzen |
Synoniemen voor "Spritzer":
Computer vertaling door derden: