Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spitzenarbeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spitzenarbeit (Duits) in het Zweeds

Spitzenarbeit:

Spitzenarbeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spitzenarbeit (Spitzenkante; Spitzenklöppelei; Spitze; Fransenborte)
    spets; spetstyg
    • spets [-en] zelfstandig naamwoord
    • spetstyg zelfstandig naamwoord
  2. die Spitzenarbeit (Posament; Spitze; Fransenborte)
    snöre; bård; kordong
    • snöre [-ett] zelfstandig naamwoord
    • bård [-en] zelfstandig naamwoord
    • kordong [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spitzenarbeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bård Fransenborte; Posament; Spitze; Spitzenarbeit
kordong Fransenborte; Posament; Spitze; Spitzenarbeit Abgrenzungsseile; Kordon; Postenkette
snöre Fransenborte; Posament; Spitze; Spitzenarbeit Besatz; Beschlag; Bindfaden; Borte; Faden; Garn; Kante; Kordel; Krempe; Leine; Leiste; Rand; Saite; Saum; Schnur; Schnüre; Streifen; Tresse
spets Fransenborte; Spitze; Spitzenarbeit; Spitzenkante; Spitzenklöppelei Berggipfel; Besatz; Beschlag; Borte; Gipfel; Gipfelpunkt; Hecht; Höchsterreichbare; Höhepunkt; Kante; Klimax; Krempe; Leiste; Orgasmus; Pointe; Rand; Saum; Speerspitze; Spitz; Spitze; Streifen; Tresse; Vorhut; Zentrumspitze
spetstyg Fransenborte; Spitze; Spitzenarbeit; Spitzenkante; Spitzenklöppelei
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spets aus Spitze