Duits
Uitgebreide vertaling voor Spitz (Duits) in het Zweeds
Spitz:
-
der Spitz
Vertaal Matrix voor Spitz:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spets | Spitz | Berggipfel; Besatz; Beschlag; Borte; Fransenborte; Gipfel; Gipfelpunkt; Hecht; Höchsterreichbare; Höhepunkt; Kante; Klimax; Krempe; Leiste; Orgasmus; Pointe; Rand; Saum; Speerspitze; Spitze; Spitzenarbeit; Spitzenkante; Spitzenklöppelei; Streifen; Tresse; Vorhut; Zentrumspitze |
spetshund | Spitz | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spets | aus Spitze |