Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Spektakel

Vertaal Spektakel van Duits naar Zweeds

Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spektakel:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Spektakel (Duits) in het Zweeds

Spektakel:

Spektakel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spektakel (Schauspiel)
    spektakel; skådespel
  2. der Spektakel (Lärm; Tumult; Krach; )
    oljud; tumult
    • oljud [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. der Spektakel (Emsigkeit; Gewühl; Beschäftigung; )
    rabalder; tumult
    • rabalder [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tumult [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. der Spektakel (Gebrüll; Gekreisch; Schreien; )
    tjutande; skrikande; rytande; vrålanede

Spektakel [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Spektakel (Streit; Konflikt; Krach; )
    motsättning; meningskiljaktlighet; misshällighet
  2. Spektakel (Lärm; Krawall; Geschrei; Geheul)
    buller; larm
    • buller [-ett] zelfstandig naamwoord
    • larm [-ett] zelfstandig naamwoord
  3. Spektakel (Schauspiel; Theaterstück; Bühnenstück)
    skådespel; paradnummer

Vertaal Matrix voor Spektakel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buller Geheul; Geschrei; Krawall; Lärm; Spektakel Lärm
larm Geheul; Geschrei; Krawall; Lärm; Spektakel Alarmanlage; Klamauk; Tamtam; Weckton
meningskiljaktlighet Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht
misshällighet Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht
motsättning Anprall; Auseinandersetzung; Balgerei; Diskussion; Fehde; Gefecht; Kampf; Kollision; Konflikt; Krach; Kämpfe; Meinungsverschiedenheit; Schlägerei; Spektakel; Stoß; Streit; Streitgespräch; Streitigkeit; Twist; Uneinigkeit; Wortwechsel; Zank; Zusammenstoß; Zwietracht Beanstandung; Bedenken; Beschwerde; Einspruch; Einwand; Folgewidrigkeit; Inkonsequenz; Klage; Protest; Widersprüchlichkeit
oljud Andrang; Aufruhr; Betrieb; Krach; Lärm; Radau; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Trubel; Tumult; Umtrieb; starkeVerkehr Geräusch; Lärmbelästigung
paradnummer Bühnenstück; Schauspiel; Spektakel; Theaterstück
rabalder Andrang; Beschäftigung; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Regsamkeit; Rummel; Spektakel; Trara; Treiben; Trubel; reges Leben Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Krawall; Rebellion; Schlägerei; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; aufheben
rytande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gejohle; Gepolter; Geschimpfe; Johlen; Schreien; Zetergeschrei
skrikande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gegröle; Gekreisch; Geschrei; Gezeter; Kreischen
skådespel Bühnenstück; Schauspiel; Spektakel; Theaterstück Bühne; Bühnenstück; Drama; Podium; Schaubühne; Schauspiel; Stück
spektakel Schauspiel; Spektakel Arbeitstier; Arschkrieger; Aufführung; Auftritt; Bild; Bühne; Bühnenstück; Darstellung; Drama; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Glanz; Komödie; Kriecher; Lustspiel; Schaubühne; Schauspiel; Schleicher; Speichellecker; Spiel; Theater; Theaterstück; Vorführung; Vorstellung; Zeremonie
tjutande Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei Gebrüll; Gekreisch; Kreischen
tumult Andrang; Aufruhr; Beschäftigung; Betrieb; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gebrüll; Gedränge; Gedrängtheit; Geschäftigkeit; Geselligkeit; Getreibe; Getue; Getöse; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Krach; Lebendigkeit; Lebhaftigkeit; Lärm; Radau; Regsamkeit; Rummel; Skandal; Spektakel; Spuk; Strudel; Trara; Treiben; Trubel; Tumult; Umtrieb; reges Leben; starkeVerkehr Anziehung; Auflauf; Auflehnung; Aufregung; Aufruhr; Aufstand; Empörung; Erhebung; Klamauk; Krawall; Lärm; Radau; Rebellion; Rührigkeit; Schlägerei; Sensation; Tamtam; Tumult; Volksaufstand; Volkserhebung; Widerstand; Zusammenlauf; aufheben
vrålanede Gebrüll; Gekreisch; Geschrei; Kreischen; Schreien; Spektakel; Zetergeschrei

Synoniemen voor "Spektakel":


Wiktionary: Spektakel

Cross Translation:
FromToVia
• Spektakel → spektakel ↔ spektakel — opzienbarend schouwspel
• Spektakel → oväsen ↔ row — continual loud noise

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0464 seconde
Page rendered in 1.0 seconds