Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spazierritt:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spazierritt (Duits) in het Zweeds

Spazierritt:

Spazierritt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spazierritt (Spazierfahrt)
    tur; åktur; ridtur
    • tur [-en] zelfstandig naamwoord
    • åktur [-en] zelfstandig naamwoord
    • ridtur [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spazierritt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ridtur Spazierfahrt; Spazierritt
tur Spazierfahrt; Spazierritt Ausfahrt; Ausflug; Erfolg; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Extraprofit; Fahrt; Fortuna; Gastspielreise; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Gelingen; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Hit; Lehrausflug; Marsch; Massel; Reise; Ritt; Schulausflug; Spazierfahrt; Spritzfahrt; Studienreise; Tour; Tournee; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück
åktur Spazierfahrt; Spazierritt