Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spaten:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spaten (Duits) in het Zweeds

Spaten:

Spaten [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spaten
    skopa; skovel; spade
    • skopa [-en] zelfstandig naamwoord
    • skovel [-en] zelfstandig naamwoord
    • spade zelfstandig naamwoord

Spaten [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spaten (Schaufeln)
    spader
    • spader [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Spaten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skopa Spaten Kelle; Primeur; Schöpfkelle; Schöpflöffel; ersteFruchtdesJahres; ersteGemüsedesJahres
skovel Spaten
spade Spaten
spader Schaufeln; Spaten

Synoniemen voor "Spaten":


Wiktionary: Spaten

Spaten
noun
  1. schaufelähnliches Werkzeug zum Umgraben der Erde

Cross Translation:
FromToVia
Spaten spade spade — a garden tool with a handle and a flat blade for digging
Spaten skyffel; spade bêche — Outil
Spaten ryggsäck sac à dos — Sac destiné à être porté sur le dos.