Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spannung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spannung (Duits) in het Zweeds

Spannung:

Spannung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spannung (Anspannung)
    spändhet; snävhet; anspänning; stramhet
  2. die Spannung (Anspannung)
    spänning; anspänning
  3. die Spannung (Auflage; Druck; Auflegung; Zwang; Last)
    upplaga
    • upplaga [-en] zelfstandig naamwoord
  4. die Spannung (Gereiztheit)
    spänningar
  5. die Spannung (Lautstärke; Spalte; Binde; )
    ljudnivå

Vertaal Matrix voor Spannung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anspänning Anspannung; Spannung
ljudnivå Auflage; Auflegung; Ausgabe; Band; Bande; Binde; Bindung; Decke; Diele; Lautstärke; Spalte; Spannung Lautstärke; Lärmpegel; Volumen
snävhet Anspannung; Spannung
spändhet Anspannung; Spannung
spänning Anspannung; Spannung Anstrengungen; Aufwand; Bemühen; Bemühung; Mühe; Mühewaltung
spänningar Gereiztheit; Spannung
stramhet Anspannung; Spannung Schmalheit
upplaga Auflage; Auflegung; Druck; Last; Spannung; Zwang Ausgabe; Fassung; Folge; Version

Synoniemen voor "Spannung":


Wiktionary: Spannung

Spannung
noun
  1. Physik, Mechanik: (»mechanische Spannung«) die nutzbare Potentialdifferenz zwischen zwei Formzuständen im Kraftfeld
  2. Physik, Elektrizität: (»elektrische Spannung«) die (nutzbare) Potenzialdifferenz zwischen zwei Orten im elektrischen Feld

Cross Translation:
FromToVia
Spannung spänning stress — force
Spannung spänning voltage — amount of electrostatic potential
Spannung spänning tension électrique — différence de potentiel

Verwante vertalingen van Spannung