Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Spanne:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spanne (Duits) in het Zweeds

Spanne:

Spanne [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spanne (Periode; Termin; Zeitraum; )
    period; tidsrymd
  2. die Spanne (Marge)
    pappersmarginal
  3. die Spanne (Weilchen; Zeitabschnitt)
    liten stund; litet tag
  4. die Spanne (Zeitraum; Periode; Zeitspanne; Abschnitt; Zeitabschnitt)
    tid; period; tidsrymd; tidsspann
    • tid [-en] zelfstandig naamwoord
    • period [-en] zelfstandig naamwoord
    • tidsrymd zelfstandig naamwoord
    • tidsspann [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. die Spanne
    intervall

Vertaal Matrix voor Spanne:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intervall Spanne Bereich; Interval; Intervall; Spielzeit; Tonabstand
liten stund Spanne; Weilchen; Zeitabschnitt
litet tag Spanne; Weilchen; Zeitabschnitt
pappersmarginal Marge; Spanne
period Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne
tid Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Mal; Zeitraum; Zeitspanne
tidsrymd Abschnitt; Periode; Spanne; Termin; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenzeit Zeitraum; Zeitspanne
tidsspann Abschnitt; Periode; Spanne; Zeitabschnitt; Zeitraum; Zeitspanne Dauer; Länge; Zeitspanne

Synoniemen voor "Spanne":


Wiktionary: Spanne


Cross Translation:
FromToVia
Spanne urval range — selection, array
Spanne omfång; storhet; storlek ampleurcaractère de ce qui est ample.
Spanne omfång; storhet; storlek taillecoupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.