Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Spötter (Duits) in het Zweeds

Spötter:

Spötter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Spötter (Spottvogel)
    härmare; bespottare; begabbare
  2. der Spötter (Spottvogel; Gelbspötter)
    härmfågel; härmtrast

Spötter [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Spötter (Spottvögel)
    gycklare; spefåglar

Vertaal Matrix voor Spötter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begabbare Spottvogel; Spötter
bespottare Spottvogel; Spötter
gycklare Spottvögel; Spötter Gaukler; Spottvögel; Verhöhner; Zauberkünstler
härmare Spottvogel; Spötter Fälscher; Nachahmer; Verfälscher
härmfågel Gelbspötter; Spottvogel; Spötter
härmtrast Gelbspötter; Spottvogel; Spötter
spefåglar Spottvögel; Spötter

Synoniemen voor "Spötter":