Schwarm in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schwarm:
- idol; fantom; avgud; flock; grupp; massa; hord; svärm; möte; sammankomst
Wiktionary:
- Schwarm → stim, dun
- Schwarm → flock, förälskelse, stim, svärm

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwarm (Duits) in het Zweeds

Schwarm:

Schwarm [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schwarm (Abgott)
idol; fantom; avgud
- idol [-en] zelfstandig naamwoord
- fantom [-ett] zelfstandig naamwoord
- avgud [-en] zelfstandig naamwoord
der Schwarm (Menge; Schar; Herde; Haufen; Horde; Trupp; Masse; Volksmenge)
flock; grupp; massa; hord
- flock [-en] zelfstandig naamwoord
- grupp [-en] zelfstandig naamwoord
- massa [-en] zelfstandig naamwoord
- hord [-en] zelfstandig naamwoord
der Schwarm
svärm
- svärm [-en] zelfstandig naamwoord
der Schwarm (Andrang; Schar; Menge; Masse; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Trupp; Volksmenge)
möte; sammankomst
- möte [-ett] zelfstandig naamwoord
- sammankomst [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schwarm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avgud	Abgott; Schwarm	Gott; Götzenbild
fantom	Abgott; Schwarm	Einbildungskraft; Fiktion; Illusion; Phantasie; Phantom; Spukgestalt; Traumbild; Trugbild; Wahnbild
flock	Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
grupp	Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge	Arbeitsgruppe; Band; Begleitung; Blaskapelle; Community; Ensemble; Fanfare; Gemeinde; Gesellschaft; Gesellschaftsschicht; Gruppe; Gruppe von Menschen; Gruppierung; Harmonie; Horde; Kategorie; Kernmannschaft; Klasse; Partei; Schar; Schicht; Schub; Spielmannszug; Stadt; Stamm; Stand; Suite; Team; Trupp; Truppe; Verteilergruppe; Verteilerliste
hord	Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge	Haufen; Horde; Menge; Schar; Truppe
idol	Abgott; Schwarm	Gott; Götzenbild
massa	Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge	Berg; Haufen; Horde; Klumpen; Menge; Schar; Truppe
möte	Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge	Begegnung; Beratung; Besprechung; Konferenz; Kongreß; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Veranstaltung; Verhandlung; Versammlung; Webkonferenz; Zusammenkunft; Zusammentreffen
sammankomst	Andrang; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge	Begegnung; Beisammensein; Beratung; Besprechung; Einholen; Einziehen; Konferenz; Sitzung; Tagung; Treffen; Unterredung; Verhandlung; Versammlung; Zusammenfluß; Zusammenkunft; Zusammensein; Zusammentreffen
svärm	Schwarm

Synoniemen voor "Schwarm":

Flut; Heer; Masse; Menge; Unzahl; Vielzahl; Bündelung; Clusterung; Gruppierung
Herde; Horde; Meute; Pack; Rudel; Schar; Trupp
Abbild; Abgott; Fetisch; Götze; Götzenbild; Halbgott; Held; Ideal; Idol
Anhäufung; Anzahl; Armee; Ballung; Batzen; Fülle; Haufen; Latte; Legion; Reihe; Schwall; Schwung; Serie; Unmasse; Unmaß; Unmenge; Vielheit; Übermaß

Wiktionary: Schwarm

Schwarm

noun

Verband von Tieren, die sich gemeinsam schwimmend oder fliegend fortbewegen
- Schwarm → stim; dun

Cross Translation:

From	To	Via
• Schwarm	→ flock	↔ bevy — large group of birds
• Schwarm	→ förälskelse	↔ crush — a short-lived and unrequited love or infatuation
• Schwarm	→ flock	↔ flock — group of birds
• Schwarm	→ stim	↔ school — a group of fish
• Schwarm	→ svärm	↔ swarm — large number of insects

Remove Ads

Vertaal Schwarm van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Schwarm (Duits) in het Zweeds

Schwarm:

Schwarm [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schwarm (Abgott)

der Schwarm (Menge; Schar; Herde; Haufen; Horde; Trupp; Masse; Volksmenge)

der Schwarm

der Schwarm (Andrang; Schar; Menge; Masse; Ansturm; Gedränge; Gewühl; Trupp; Volksmenge)

Vertaal Matrix voor Schwarm:

Synoniemen voor "Schwarm":

Wiktionary: Schwarm