Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schwanz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schwanz (Duits) in het Zweeds

Schwanz:

Schwanz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schwanz (Penis; Pimmel; Rute)
    snopp; penis
    • snopp [-en] zelfstandig naamwoord !
    • penis [-en] zelfstandig naamwoord !
  2. der Schwanz (Schwänze)
    svansändar

Vertaal Matrix voor Schwanz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
penis Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
snopp Penis; Pimmel; Rute; Schwanz
svansändar Schwanz; Schwänze

Synoniemen voor "Schwanz":


Wiktionary: Schwanz

Schwanz
noun
  1. umgangssprachlich, derb: Penis
  2. hinterer Körperfortsatz bei Tieren

Cross Translation:
FromToVia
Schwanz pitt; kuk cock — slang for penis
Schwanz balle; pitt; kuk dick — colloquial: penis
Schwanz penis penis — male organ for copulation and urination
Schwanz svans; stjärt tail — appendage of an animal
Schwanz stjärt staart — het achterste stuk van een vliegtuig of een auto
Schwanz stjärt; svans staart — een verlengstuk van de ruggengraat bij sommige dieren

Verwante vertalingen van Schwanz