Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schnickschnack:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnickschnack (Duits) in het Zweeds

Schnickschnack:

Schnickschnack [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schnickschnack (Nippes; Nippsache)
    billiga smycken
  2. der Schnickschnack (Kitsch; Kram; Schund; wertlose Zeuge)
    kitsch
    • kitsch [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Schnickschnack (Unsin; Fussel; Mischmasch)
    larva; snicksnack
  4. der Schnickschnack (Kram; Schund; Kitsch; wertlose Zeuge)
    grannlåt; krussiduller

Vertaal Matrix voor Schnickschnack:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
billiga smycken Nippes; Nippsache; Schnickschnack
grannlåt Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
kitsch Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge Kitsch
krussiduller Kitsch; Kram; Schnickschnack; Schund; wertlose Zeuge
larva Fussel; Mischmasch; Schnickschnack; Unsin
snicksnack Fussel; Mischmasch; Schnickschnack; Unsin

Synoniemen voor "Schnickschnack":