Duits
Uitgebreide vertaling voor Schneid (Duits) in het Zweeds
Schneid:
-
der Schneid (Kühnheit; Mut; Courage; Tapferkeit; Tollkühnheit; Wagemut; Schneidigkeit; Mumm; Gewagtheit)
-
der Schneid (Angeberei; Angabe; Flunkerei; Aufschneiderei; Großtuer; Großsprecherei; Windmacherei; Großtuerei)
Vertaal Matrix voor Schneid:
Synoniemen voor "Schneid":
Computer vertaling door derden: