Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schnecke:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schnecke (Duits) in het Zweeds

Schnecke:

Schnecke [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schnecke (Gartenschnecke)
    snigel
    • snigel [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Schnecke (Kaffeegebäck)
    kaffekaka
  3. die Schnecke (Haarlocke; Schwung; Locke; )
    hårlock
  4. die Schnecke
    skruvmatning

Vertaal Matrix voor Schnecke:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hårlock Haarlocke; Kringel; Locke; Schnecke; Schnitzel; Schnörkel; Schuppe; Schwung; Span; Spirale; Splitter; Welle Ausläufer; Haarbüschel; Haarlocke; Haarschopf; Haarschöpfe; Haarsträhne; Kreislein; Kreisschen; Locke; Löckchen; Ranke; Sproß; Strähne; Tolle; Trieb; Zirkelchen
kaffekaka Kaffeegebäck; Schnecke
skruvmatning Schnecke
snigel Gartenschnecke; Schnecke

Synoniemen voor "Schnecke":


Wiktionary: Schnecke


Cross Translation:
FromToVia
Schnecke tjej chick — young woman
Schnecke snäcka; snigel snail — any animal of the class Gastropoda having a shell
Schnecke snigel; snäcka escargot — Animal
Schnecke snäcka limaçonmollusque gastéropode, dont le corps est dans une coquille en forme d’hélice.
Schnecke tjej nana — Femme