Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schluck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schluck (Duits) in het Zweeds

Schluck:

Schluck [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schluck (Zug)
    fatöl; tappning
    • fatöl [-ett] zelfstandig naamwoord
    • tappning [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Schluck (kleinr Schluck)
    mun; tår; droppe; klunk
    • mun zelfstandig naamwoord
    • tår [-en] zelfstandig naamwoord
    • droppe [-en] zelfstandig naamwoord
    • klunk [-en] zelfstandig naamwoord
  3. der Schluck (kleiner Schluck)
    smutta
    • smutta zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schluck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
droppe Schluck; kleinr Schluck Dreck; Erkundungsfahrt; Gläschen; Klacks; Klecks; Klumpen; Matsch; Schlamm; Schmutz; Schnaps; Stehempfang; Tropfen
fatöl Schluck; Zug Faßbier; Zapfbier
klunk Schluck; kleinr Schluck
mun Schluck; kleinr Schluck Fresse; Klappe; Mund; Schnabel; Schnauze
smutta Schluck; kleiner Schluck
tappning Schluck; Zug Abfüllen; Abfüllung
tår Schluck; kleinr Schluck

Wiktionary: Schluck


Cross Translation:
FromToVia
Schluck klunk draught — an amount of liquid that is drunk in one swallow
Schluck stor klunk; slurk swig — a drink

Verwante vertalingen van Schluck