Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schlucht:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlucht (Duits) in het Zweeds

Schlucht:

Schlucht [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlucht (Abgrund; Felsenschlucht)
    klyfta; ravin; skreva
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord
    • ravin [-en] zelfstandig naamwoord
    • skreva [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Schlucht (Abgrund)
    avgrund
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord
  3. die Schlucht (Felsspalte; Spalt; Abgrund; )
    klyfta; avgrund
    • klyfta [-en] zelfstandig naamwoord
    • avgrund [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schlucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avgrund Abgrund; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Schlucht; Spalt; Spalte Abgrund; Bergwerk; Grube; Steinbruch; Tiefe
klyfta Abgrund; Felsenschlucht; Felsspalt; Felsspalte; Schlucht; Spalt; Spalte Dualismus; Felsspalte; Spalte; Zweiheit
ravin Abgrund; Felsenschlucht; Schlucht
skreva Abgrund; Felsenschlucht; Schlucht Aussparung; Einschnitt; Kerbe; Kluft; Riß; Spalte; Zwischenraum
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klyfta abkoppeln; aus einander spleißen; loskoppeln; scheiden; spleißen; splissen; trennen

Synoniemen voor "Schlucht":

  • Klamm

Wiktionary: Schlucht

Schlucht
noun
  1. enger und steiler Einschnitt in ein Tal

Cross Translation:
FromToVia
Schlucht kanjon canyon — a valley cut in rock by a river
Schlucht pass gorge — deep passage
Schlucht ravin ravine — a deep narrow valley
Schlucht ravin; kanjon kloof — een ten gevolge van erosie, diep uitgesleten rivierdal, met steile wanden
Schlucht avgrund; fördärv; outgrandlig abîme — géographie|fr gouffre très profond.
Schlucht klyfta gorge — Passage étroit entre deux montagnes.