Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schluß

Vertaal Schluß van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schluß:
- slutbetraktelser; slutsats; slut; avslutning; slutresultat; ända; missförstånd; missuppfattning; sista delen; slutledningar

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schluß (Duits) in het Zweeds

Schluß:

Schluß [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schluß (Schlußbetrachtung; Konklusion; Schlußfolgerung; Feststellung; Ergebnis; Folgerung)
slutbetraktelser
- slutbetraktelser zelfstandig naamwoord
der Schluß (Endergebnis; Konklusion; Resultat; Ergebnis; Folgerung; Gesamtzahl; Gesamtergebnis)
slutsats; slut; avslutning; slutresultat
- slutsats [-en] zelfstandig naamwoord
- slut [-ett] zelfstandig naamwoord
- avslutning [-en] zelfstandig naamwoord
- slutresultat zelfstandig naamwoord
der Schluß (Ende)
ända; slut
- ända [-en] zelfstandig naamwoord
- slut [-ett] zelfstandig naamwoord
der Schluß (Mißverständnis; Kommunikationsstörung)
missförstånd; missuppfattning
- missförstånd [-ett] zelfstandig naamwoord
- missuppfattning [-en] zelfstandig naamwoord
der Schluß (letztes Stück; Ergebnis; Folgerung; Konklusion)
sista delen
- sista delen zelfstandig naamwoord
der Schluß (Folgerung; Schlußfolgerung)
slutledningar
- slutledningar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schluß:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avslutning	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß	Abschluß; Arsch; Beendigung; Beendung; Einigung; Ende; Ergänzung; Erledigung; Fertigstellung; Hintern; Nachtrag; Vollendung
missförstånd	Kommunikationsstörung; Mißverständnis; Schluß
missuppfattning	Kommunikationsstörung; Mißverständnis; Schluß
sista delen	Ergebnis; Folgerung; Konklusion; Schluß; letztes Stück
slut	Ende; Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß	Ablauf; Abschluß; Arsch; Ausklang; Auslauf; Beendigung; Beendung; Beschluß; Ende; Endkampf; Endlauf; Endpunkt; Hintern; Schwanzende
slutbetraktelser	Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
slutledningar	Folgerung; Schluß; Schlußfolgerung
slutresultat	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß	Endresultat; Gesamtergebnis; Gesamterlös; Gesamtertrag
slutsats	Endergebnis; Ergebnis; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß	Effekte; Folgen; Schlußsatz; Wirkung
ända	Ende; Schluß	Griff; Handgriff; Henkel; Kolben
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
slut		abgemattet; abgespannt; ermattet; erschöpft; fertig; halbtot; hundemüde; kaputt; leid; ohnmächtig; satt; todmüde; übermüdet

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Schluß