Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schlepper:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlepper (Duits) in het Zweeds

Schlepper:

Schlepper [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlepper (Traktor; Sattelschlepper; Trecker)
    traktor
    • traktor [-en] zelfstandig naamwoord
  2. der Schlepper (Schleppschiff; Schleppdampfer)
    bogserbåt
  3. der Schlepper (Schleppdampfer)
    bogserare; bogserbåt
  4. der Schlepper (Spaziergänger; Drücker; Aussteller)
    vandrare
  5. der Schlepper (Kundenwerber; Anreißer)
    värvare; kundfiskare; kundfångare

Vertaal Matrix voor Schlepper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bogserare Schleppdampfer; Schlepper
bogserbåt Schleppdampfer; Schlepper; Schleppschiff; Trawler; Trosse
kundfiskare Anreißer; Kundenwerber; Schlepper
kundfångare Anreißer; Kundenwerber; Schlepper Werber
traktor Sattelschlepper; Schlepper; Traktor; Trecker Traktor; Trecker; landwirtschaftliche Zugmaschine
vandrare Aussteller; Drücker; Schlepper; Spaziergänger wanderin
värvare Anreißer; Kundenwerber; Schlepper Anwerberin; Werber

Synoniemen voor "Schlepper":


Wiktionary: Schlepper

Schlepper
noun
  1. kleines Schiff zur Unterstützung größerer Schiffe
  2. Traktor, Zugmaschine

Cross Translation:
FromToVia
Schlepper bogserbåt sleepboot — een krachtige boot die andere vaartuigen versleept
Schlepper traktor tractor — farm vehicle
Schlepper bogserbåt tugboat — small, powerful boat
Schlepper bogserbåt remorqueur — Bâtiment qui remorque.

Computer vertaling door derden: