Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schlendern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlendern (Duits) in het Zweeds

Schlendern:

Schlendern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schlendern (Geschlender)
    flanerande; spankulering
  2. Schlendern (Geschlender)
    släntring
  3. Schlendern (Bummeln; Flanieren)
    spankulera; flanera

Vertaal Matrix voor Schlendern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flanera Bummeln; Flanieren; Schlendern
flanerande Geschlender; Schlendern
släntring Geschlender; Schlendern
spankulera Bummeln; Flanieren; Schlendern
spankulering Geschlender; Schlendern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flanera flanieren; paradieren; schlendern; spazieren; spazierengehen; streunen; trödeln
spankulera flanieren; paradieren; schlendern; spazieren; spazierengehen; streunen; trödeln
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flanerande schlendernd