Duits
Uitgebreide vertaling voor Schlappschwanz (Duits) in het Zweeds
Schlappschwanz:
-
der Schlappschwanz (Verrückte; Vollidiot; Tollkopf; Geck; Irre; Geisteskranke; Rohling; Idiot; Schwächling; Mensch; Wahnsinnige; Irrsinnige; Figur)
yrhätta; vildhjärna; vildbasare; galenpanna-
vildhjärna zelfstandig naamwoord
-
vildbasare zelfstandig naamwoord
-
der Schlappschwanz (schlapper Kerl; Schwächling)
ryggradslös ynkling-
ryggradslös ynkling zelfstandig naamwoord
-
-
der Schlappschwanz
gammalt rep-
gammalt rep zelfstandig naamwoord
-
-
der Schlappschwanz (Flasche; Trottel; Vollidiot; Schwächling)