Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schlappe:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlappe (Duits) in het Zweeds

Schlappe:

Schlappe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlappe (Verlieren; Niederlage; Verlust)
    förlora; förlust

Vertaal Matrix voor Schlappe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlora Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust Verlieren
förlust Niederlage; Schlappe; Verlieren; Verlust Abbruch; Beeinträchtigung; Beschlagnahme; Einbuße; Einsturz; Einstürze; Einziehung; Konfiszierung; Schäden; Schädigung; Verlust; Verlustposten
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förlora abhanden kommen; abhandenkommen; loswerden; verlegen; verlieren; verloren gehen; verlorengehen; verscherzen; verschleppen; verspielen; verwirken; wegschaffen

Synoniemen voor "Schlappe":