Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schlagen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlagen (Duits) in het Zweeds

Schlagen:

Schlagen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Schlagen (Gedröhn; Getöse; Stampfen; Gedröhne)
    dunkande; hamrande
  2. Schlagen
    slag
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schlagen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dunkande Gedröhn; Gedröhne; Getöse; Schlagen; Stampfen Gedröhn; Gepolter; Getrampel; Poltern
hamrande Gedröhn; Gedröhne; Getöse; Schlagen; Stampfen
slag Schlagen Anprall; Anstoß; Aufschlag; Bums; Büschel; Dübel; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Hiebe; Klaps; Maulschelle; Naturbezüge; Ohrfeige; Puff; Revers; Schlag; Schläge; Schocks; Schubs; Stoß; Zusammenstoß; derber Schlag; leichter Schlag; leichter Stoß

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Schlagen