Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schläge:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schläge (Duits) in het Zweeds

Schläge:

Schläge [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schläge
    käftsmällar; snytingar
  2. der Schläge (Dröhnen)
    bankande
  3. der Schläge (Hiebe; Schubs)
    slag
    • slag [-ett] zelfstandig naamwoord
  4. der Schläge (Waldschlag)
    skogsslag

Vertaal Matrix voor Schläge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bankande Dröhnen; Schläge Stöße
käftsmällar Schläge
skogsslag Schläge; Waldschlag
slag Hiebe; Schläge; Schubs Anprall; Anstoß; Aufschlag; Bums; Büschel; Dübel; Faustschlag; Handschlag; Hieb; Klaps; Maulschelle; Naturbezüge; Ohrfeige; Puff; Revers; Schlag; Schlagen; Schocks; Stoß; Zusammenstoß; derber Schlag; leichter Schlag; leichter Stoß
snytingar Schläge

Synoniemen voor "Schläge":


Verwante vertalingen van Schläge