Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Scheidung

Vertaal Scheidung van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Scheidung:
- uppdelning; avskiljande; avsöndring; skiljning; dela upp; dra isär
Wiktionary:
- Scheidung → skilsmässa, äktenskapsskillnad

Duits

Uitgebreide vertaling voor Scheidung (Duits) in het Zweeds

Scheidung:

Scheidung [die ~] zelfstandig naamwoord

die Scheidung (Trennung; Einschnitt; Unterbrechung; Bruch; Teilung)
uppdelning; avskiljande; avsöndring
- uppdelning [-en] zelfstandig naamwoord
- avskiljande zelfstandig naamwoord
- avsöndring [-en] zelfstandig naamwoord
die Scheidung (Ehescheidung)
skiljning
- skiljning [-en] zelfstandig naamwoord
die Scheidung (Entwirrung; Trennung; Bruch; Teilung)
dela upp; dra isär
- dela upp zelfstandig naamwoord
- dra isär zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Scheidung:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avskiljande	Bruch; Einschnitt; Scheidung; Teilung; Trennung; Unterbrechung	Absonderung; Abspaltung; Abtrennung; Trennung
avsöndring	Bruch; Einschnitt; Scheidung; Teilung; Trennung; Unterbrechung
dela upp	Bruch; Entwirrung; Scheidung; Teilung; Trennung	Aufteilung
dra isär	Bruch; Entwirrung; Scheidung; Teilung; Trennung
skiljning	Ehescheidung; Scheidung
uppdelning	Bruch; Einschnitt; Scheidung; Teilung; Trennung; Unterbrechung	Abschnitt; Abteilung; Division; Hauptgruppe; Sektion; Vernichtigung; Vertilgung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dela upp		aufgliedern; aufteilen; dividieren; gliedern; scheiden; teilen; trennen; überlappend drucken
dra isär		auseinanderreißen; entzweireißen; zerreißen

Synoniemen voor "Scheidung":

eheliche Trennung; Ehescheidung

Wiktionary: Scheidung

Cross Translation:

From	To	Via
• Scheidung	→ skilsmässa; äktenskapsskillnad	↔ divorce — legal dissolution of a marriage