Schatz in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schatz:
- älskade; älskling; käraste; vännen; hjärta; skatt; gullunge; kärt barn; älsklingar; gullisar
Wiktionary:
- Schatz → skatt
- Schatz → älskling, älskade, käresta, skatt, rikedom

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schatz (Duits) in het Zweeds

Schatz:

Schatz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schatz (Geliebte; Schätzchen; Liebste; Liebe; Herzchen; Liebchen; Liebling; Lieb)
älskade; älskling; käraste; vännen
- älskade zelfstandig naamwoord
- älskling [-en] zelfstandig naamwoord
- käraste [-en] zelfstandig naamwoord
- vännen zelfstandig naamwoord
der Schatz (Juwel; Schätzchen; Herzchen; liebes Kind)
älskling; älskade; hjärta; käraste
- älskling [-en] zelfstandig naamwoord
- älskade zelfstandig naamwoord
- hjärta [-ett] zelfstandig naamwoord
- käraste [-en] zelfstandig naamwoord
der Schatz (Liebste; Süße; Herzchen; Geliebte)
älskade; skatt; käraste
- älskade zelfstandig naamwoord
- skatt [-en] zelfstandig naamwoord
- käraste [-en] zelfstandig naamwoord
der Schatz (liebes Kind; Schätzchen; Herzchen)
älskling; skatt; gullunge; kärt barn
- älskling [-en] zelfstandig naamwoord
- skatt [-en] zelfstandig naamwoord
- gullunge zelfstandig naamwoord
- kärt barn zelfstandig naamwoord
der Schatz (Liebling; Liebchen; Herzchen; Schätzchen; Püppchen)
käraste; älsklingar; gullisar
- käraste [-en] zelfstandig naamwoord
- älsklingar zelfstandig naamwoord
- gullisar zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schatz:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gullisar	Herzchen; Liebchen; Liebling; Püppchen; Schatz; Schätzchen
gullunge	Herzchen; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Kind; Kindchen; entzückende Kind; niedliche Kind; süße Kind
hjärta	Herzchen; Juwel; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Blutpumpe; Herz; Herzchen; Innerste; Kern; Liebling
käraste	Geliebte; Herzchen; Juwel; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Püppchen; Schatz; Schätzchen; Süße; liebes Kind	Engel; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Gottgesandte; Herzchen; Himmelsbewohner; Himmlische; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schätzchen; liebe Person
kärt barn	Herzchen; Schatz; Schätzchen; liebes Kind
skatt	Geliebte; Herzchen; Liebste; Schatz; Schätzchen; Süße; liebes Kind	Abgabe; Gebühr; Pflicht; Steuer; Steuern; Taxe
vännen	Geliebte; Herzchen; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen
älskade	Geliebte; Herzchen; Juwel; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; Süße; liebes Kind	Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Herzchen; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Preisen; Rühmen; Schätzchen; Verherrlichen
älskling	Geliebte; Herzchen; Juwel; Lieb; Liebchen; Liebe; Liebling; Liebste; Schatz; Schätzchen; liebes Kind	Engel; Freund; Freundin; Geliebte; Geliebter; Gesellschaftstier; Gottgesandte; Haustier; Herzchen; Herzenskind; Himmelsbewohner; Himmlische; Liebchen; Liebhaber; Liebling; Liebste; Schmusekätzchen; Schmusetier; Schoßkind; Schätzchen; entzückende Kind; liebe Person; niedliche Kind; süße Kind
älsklingar	Herzchen; Liebchen; Liebling; Püppchen; Schatz; Schätzchen	Schätzchen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
älskade		lieb; nett; süß

Synoniemen voor "Schatz":

Flamme; Freund; Gefährte; Geliebter; Herzblatt; Herzbube; Lebensabschnittsgefährte; Lebensgefährte; Lebenspartner; Liebhaber; Liebling; Liebster; Partner; Charakter; Einzelwesen; Individuum; Mensch; Person; Persönlichkeit; Subjekt; Typ
Hort; Juwel; Kleinod; Kostbarkeit; Vermögen

Wiktionary: Schatz

Schatz

noun

verborgene Sammlung von Gegenständen aus Edelmetall oder Edelsteinen
- Schatz → skatt

Cross Translation:

From	To	Via
• Schatz	→ älskling	↔ darling — person who is dear to one
• Schatz	→ älskling	↔ honey — term of affection
• Schatz	→ älskade; käresta; älskling	↔ love — darling or sweetheart
• Schatz	→ skatt; rikedom	↔ treasure — collection of valuable things
• Schatz	→ skatt	↔ schat — verzamelde rijkdom
• Schatz	→ skatt	↔ cassette — Traductions à trier suivant le sens
• Schatz	→ skatt	↔ trésor — Amas d’or, d’argent, ou d’autres choses précieuses mises en réserve, cachées, enfouies

Remove Ads

Vertaal Schatz van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Schatz (Duits) in het Zweeds

Schatz:

Schatz [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schatz (Geliebte; Schätzchen; Liebste; Liebe; Herzchen; Liebchen; Liebling; Lieb)

der Schatz (Juwel; Schätzchen; Herzchen; liebes Kind)

der Schatz (Liebste; Süße; Herzchen; Geliebte)

der Schatz (liebes Kind; Schätzchen; Herzchen)

der Schatz (Liebling; Liebchen; Herzchen; Schätzchen; Püppchen)

Vertaal Matrix voor Schatz:

Synoniemen voor "Schatz":

Wiktionary: Schatz