Home ->Woordenboeken ->Duits/Zweeds ->Vertaal Schönschwätzer

Vertaal Schönschwätzer van Duits naar Zweeds

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Schönschwätzer:
- fjäskare; inställsam person; skojare; smickrare; smickrande; smicker

Duits

Uitgebreide vertaling voor Schönschwätzer (Duits) in het Zweeds

Schönschwätzer:

Schönschwätzer [der ~] zelfstandig naamwoord

der Schönschwätzer (Schmeichler; Schönredner)
fjäskare; inställsam person
- fjäskare zelfstandig naamwoord
- inställsam person zelfstandig naamwoord
der Schönschwätzer (Schmeichler; Schönredner)
skojare; smickrare
- skojare [-en] zelfstandig naamwoord
- smickrare [-en] zelfstandig naamwoord
der Schönschwätzer (Schmeichelei)
smickrande; smicker
- smickrande zelfstandig naamwoord
- smicker [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schönschwätzer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fjäskare	Schmeichler; Schönredner; Schönschwätzer
inställsam person	Schmeichler; Schönredner; Schönschwätzer
skojare	Schmeichler; Schönredner; Schönschwätzer	Bengel; Betrüger; Erzlügner; Halunken; Komedianten; Kurkenzieher; Lausbub; Lausbube; Racker; Rotznase; Schalk; Schalke; Schelm; Scherzbold; Schlauberger; Schlawiner; Schlingel; Schmierer; Schufte; Schurken; Schweine; Schwindler; Spaßvögel
smicker	Schmeichelei; Schönschwätzer	Schmeichelei; Schmeichlereien; Schönschwätzereien; Schöntuerei
smickrande	Schmeichelei; Schönschwätzer	Schmeichelei; Schöntuerei
smickrare	Schmeichler; Schönredner; Schönschwätzer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
smickrande		förmlich; reizend; schmeichelhaft; schmeichelnd; schmeichlerisch; sehrhöflich; umständlich