Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Schädlichkeit:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schädlichkeit (Duits) in het Zweeds

Schädlichkeit:

Schädlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schädlichkeit (Ungesundheit)
    ohälsa
    • ohälsa [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Schädlichkeit (Giftigheit)
    skadligt
  3. die Schädlichkeit (Nachteiligkeit)
    farlighet; skadlighet

Vertaal Matrix voor Schädlichkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
farlighet Nachteiligkeit; Schädlichkeit
ohälsa Schädlichkeit; Ungesundheit
skadlighet Nachteiligkeit; Schädlichkeit
skadligt Giftigheit; Schädlichkeit
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
skadligt Elend; Katastrophe; Malheur; Not; Pech; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Unglück; Unglücksfall; Unheil; angreifend; giftig; nachteilig; schädlich; ungünstig; unvorteilhaft

Synoniemen voor "Schädlichkeit":

  • Übeltätigkeit