Sauerei in het Zweeds vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Sauerei:
- röra; smutsighet; svineri; fräckhet; oanständighet; fulhet; orenhet; otäckhet; smutsiga ord; fult talande

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sauerei (Duits) in het Zweeds

Sauerei:

Sauerei [die ~] zelfstandig naamwoord

die Sauerei (Schmiererei; Geschmier)
röra
- röra [-en] zelfstandig naamwoord
die Sauerei (Schmutzigkeit; Schmutz; Schweinerei; Dreckigkeit)
smutsighet; svineri
- smutsighet zelfstandig naamwoord
- svineri [-ett] zelfstandig naamwoord
die Sauerei (Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Grobheit; Ungezogenheit; Unanständigkeit; Unschicklichkeit)
fräckhet; oanständighet
- fräckhet [-en] zelfstandig naamwoord
- oanständighet [-en] zelfstandig naamwoord
die Sauerei (Dreck; Schweinerei; Schmutzigkeit)
smutsighet; fulhet; orenhet; otäckhet
- smutsighet zelfstandig naamwoord
- fulhet [-en] zelfstandig naamwoord
- orenhet [-en] zelfstandig naamwoord
- otäckhet [-en] zelfstandig naamwoord
die Sauerei (Obzönität; Schmutzigkeit; Schlüpfrigkeit; Unfläterei; Schweinigelei)
smutsiga ord; fult talande
- smutsiga ord zelfstandig naamwoord
- fult talande zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Sauerei:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fräckhet	Grobheit; Sauerei; Unanständigkeit; Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Ungezogenheit; Unschicklichkeit	Backe; Frechheit; Ungezogenheit; Unverschämt sein; Unverschämtheit; Wange; schlechte Angewohnheit
fulhet	Dreck; Sauerei; Schmutzigkeit; Schweinerei
fult talande	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei
oanständighet	Grobheit; Sauerei; Unanständigkeit; Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Ungezogenheit; Unschicklichkeit	Indiskretion; Unanständigkeit
orenhet	Dreck; Sauerei; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit; Unsauberkeit
otäckhet	Dreck; Sauerei; Schmutzigkeit; Schweinerei
röra	Geschmier; Sauerei; Schmiererei	Anhäufung; Aufhäufung; Ausschußware; Chaos; Dichtung; Durcheinander; Eintopf; Eintopfgericht; Gepfusche; Gequake; Geschmiere; Gesudel; Horde; Kram; Mischfutter; Mischmasch; Pfuscherei; Plunder; Rommel; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schar; Schererei; Schmiererei; Schrott; Schund; Schutthaufen; Schweinerei; Sudelei; Trümmerhaufen; Wirrwarr; Zusammengekochte; Zusammengeraffte
smutsiga ord	Obzönität; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmutzigkeit; Schweinigelei; Unfläterei
smutsighet	Dreck; Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei	Dreck; Fettigkeit; Schlüpfrigkeit; Schmierigkeit; Schmutz; Schmutzigkeit
svineri	Dreckigkeit; Sauerei; Schmutz; Schmutzigkeit; Schweinerei
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
röra		Belange haben; angehen; anrühren; anstiften; antun; antupfen; aufschüren; aufwiegeln; berühren; betreffen; bewegen; erregen; gehen; gehen um; leicht berühren; mischen; rühren; sich aufmachen; sitzen an; streifen; tippen; touchieren; treffen; tupfen; wegbegeben

Synoniemen voor "Sauerei":

Ferkelei; Schweinerei

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal Sauerei van Duits naar Zweeds

Uitgebreide vertaling voor Sauerei (Duits) in het Zweeds

Sauerei:

Sauerei [die ~] zelfstandig naamwoord

die Sauerei (Schmiererei; Geschmier)

die Sauerei (Schmutzigkeit; Schmutz; Schweinerei; Dreckigkeit)

die Sauerei (Ungebührlichkeit; Ungehörigkeit; Grobheit; Ungezogenheit; Unanständigkeit; Unschicklichkeit)

die Sauerei (Dreck; Schweinerei; Schmutzigkeit)

die Sauerei (Obzönität; Schmutzigkeit; Schlüpfrigkeit; Unfläterei; Schweinigelei)

Vertaal Matrix voor Sauerei:

Synoniemen voor "Sauerei":