Sau in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Duits

Uitgebreide vertaling voor Sau (Duits) in het Zweeds

die Sau (Schwein; Ferkel)
uppkäftig; ful i munnen
- uppkäftig zelfstandig naamwoord
- ful i munnen zelfstandig naamwoord
die Sau (Mutterschwein; Säue)
so; sugga
- so [-en] zelfstandig naamwoord
- sugga [-en] zelfstandig naamwoord
die Sau (Schmierfink; Schmutzfink; Dreckschwein; Schweinigel; Dreckspatz; Drecksau)
äcklig gubbe; skunk
- äcklig gubbe zelfstandig naamwoord
- skunk [-en] zelfstandig naamwoord
die Sau (Ferkel; Schweinchen; Schwein)
griskulting
- griskulting zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ful i munnen	Ferkel; Sau; Schwein
griskulting	Ferkel; Sau; Schwein; Schweinchen	Ferkel; Schweinchen
skunk	Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel	Stinktier
so	Mutterschwein; Sau; Säue
sugga	Mutterschwein; Sau; Säue
uppkäftig	Ferkel; Sau; Schwein
äcklig gubbe	Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uppkäftig		anmaßend; arrogant; bissig; bäuerisch; derb; doof; dreist; dörflich; flegelhaft; frech; grob; grobschlächtig; hündig; klobig; plump; schwerfällig; täppisch; tölpelhaft; unbescheiden; ungehobelt; ungeniert; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; unverschämt; zutäppisch; zynisch; überheblich

Cross Translation:

From	To	Via
• Sau	→ so; sugga	↔ zeug — vrouwelijk varken
• Sau	→ so; sugga	↔ sow — female pig
• Sau	→ so	↔ coche — vx\|fr truie, femelle du cochon.
• Sau	→ sugga; so	↔ truie — femelle du porc.