Satan in het Zweeds vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Zweeds: Meer gegevens...

Satan:
- hin håle; djävul; satan; den lede; retsticka; plågoande; någon som retar
Wiktionary:
- Satan → satan
- Satan → Satan, Hin håle, Djävulen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Satan (Duits) in het Zweeds

der Satan (Teufel)
hin håle; djävul; satan; den lede
- hin håle zelfstandig naamwoord
- djävul [-en] zelfstandig naamwoord
- satan zelfstandig naamwoord !
- den lede zelfstandig naamwoord
der Satan (Quälgeist; Teufel; Dämon; Unhold)
retsticka; plågoande
- retsticka [-en] zelfstandig naamwoord
- plågoande [-en] zelfstandig naamwoord
der Satan (Teufel; Dämon)
någon som retar; retsticka; plågoande
- någon som retar zelfstandig naamwoord
- retsticka [-en] zelfstandig naamwoord
- plågoande [-en] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
den lede	Satan; Teufel
djävul	Satan; Teufel
hin håle	Satan; Teufel
någon som retar	Dämon; Satan; Teufel
plågoande	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold	Folterer; Quälgeist
retsticka	Dämon; Quälgeist; Satan; Teufel; Unhold
satan	Satan; Teufel	Teufel; bösartig Wesen
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
satan		verdammt; verflixt; verflucht

Antichrist; Beelzebub; Diabolo; Dämon; Gottseibeiuns; Luzifer; Mephistopheles; Teufel

Satan

noun

ohne Plural; biblisch: der Gegenspieler Gottes, der Teufel, der Versucher
- Satan → satan

Cross Translation:

From	To	Via
• Satan	→ Satan	↔ Satan — the Devil
• Satan	→ Hin håle; Satan; Djävulen	↔ devil — the devil: the chief devil