Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Süßigkeiten:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Süßigkeiten (Duits) in het Zweeds

Süßigkeiten:

Süßigkeiten [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Süßigkeiten (Leckerei; Leckereien)
    godis; sötsaker; godsaker
  2. die Süßigkeiten (Erfrischungen)
    uppfriskande
  3. die Süßigkeiten (Imbiß; Süßigkeit; Leckerei; )
    mellanmål

Vertaal Matrix voor Süßigkeiten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
godis Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten Kandis; Konfekt; Nascherei; Naschwerk; Zuckergut
godsaker Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten
mellanmål Feinkost; Imbiß; Köstlichkeit; Leckerbissen; Leckerei; Leckereien; Nascherei; Naschwerk; Süßigkeit; Süßigkeiten; etwas Süßes Bissen; Biß; Häppchen; Schnack; Zwischenmahlzeit
sötsaker Leckerei; Leckereien; Süßigkeiten Kandis; Leckerei; Naschwerk; Süßigkeit
uppfriskande Erfrischungen; Süßigkeiten

Synoniemen voor "Süßigkeiten":