Duits
Uitgebreide vertaling voor Sämling (Duits) in het Zweeds
Sämling:
-
der Sämling (Saatling)
späd planta; fröplanta; groddplanta-
späd planta zelfstandig naamwoord
-
fröplanta zelfstandig naamwoord
-
groddplanta zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Sämling:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fröplanta | Saatling; Sämling | Pflanzgut |
groddplanta | Saatling; Sämling | |
späd planta | Saatling; Sämling |
Synoniemen voor "Sämling":
Wiktionary: Sämling
Sämling
noun
-
junge, aus Samen durch Keimung selbstständig hervorgehen oder vom Menschen gezogene Pflanze
- Sämling → planta