Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Säge:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Säge (Duits) in het Zweeds

Säge:

Säge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Säge
    såg
    • såg [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Säge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
såg Säge Fuchsschwanz; Sägemühle

Wiktionary: Säge

Säge
noun
  1. ein Werkzeug zum Zerteilen von festem Material, insbesondere von Holz

Cross Translation:
FromToVia
Säge såg saw — tool
Säge såg scie — Outil possédant une lame dentée dont on se sert pour couper.