Duits
Uitgebreide vertaling voor Ruptur (Duits) in het Zweeds
Ruptur:
Vertaal Matrix voor Ruptur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ruptur | Ruptur; Schisma; Spaltung | |
spricka | Ruptur; Schisma; Spaltung | Aussparung; Bruch; Ermangelung; Felsspalte; Hinfälligkeit; Kluft; Koryphäe; Kränklichkeit; Mangel; Manko; Riß; Schwachheit; Schwäche; Spalt; Spalte; Sprung; Zwischenraum |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spricka | aufhacken; bersten; dekodieren; ein krackendes Gelaut machen; entschlüsseln; entziffern; explodieren; platzen; spleißen; splissen; zerhacken; zerspringen |