Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rundgang (Duits) in het Zweeds

Rundgang:

Rundgang [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rundgang (Spaziergang; Runde)
    promenad; vandrins; strövande
  2. der Rundgang (seine Runde machen; Runde)
    gå på en runda
  3. der Rundgang (Kreis; Zirkel; Ring; )
    cirkel
    • cirkel [-en] zelfstandig naamwoord
  4. der Rundgang (Runde; Tour)
    ring; cirkel; rundel; liten ring
    • ring [-en] zelfstandig naamwoord
    • cirkel [-en] zelfstandig naamwoord
    • rundel [-en] zelfstandig naamwoord
    • liten ring zelfstandig naamwoord

Rundgang [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Rundgang (Runde)
    rund
    • rund zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rundgang:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cirkel Erfahrung; Erkundungsgang; Erkundungsgänge; Kettenring; Kreis; Ring; Runde; Rundgang; Tour; Verkehr; Zirkel; Zyklus Einigung; Fusion; Gebiet; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Korporation; Kreis; Kreisform; Kringel; Ring; Runde; Stammtisch; Verein
gå på en runda Runde; Rundgang; seine Runde machen
liten ring Runde; Rundgang; Tour Kreislein; Kreisschen; Zirkelchen
promenad Runde; Rundgang; Spaziergang Bummel; Promenade; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung
ring Runde; Rundgang; Tour Einigung; Gebiet; Klub; Kreis; Kringel; Ring; Runde; Stammtisch; Verein
rund Runde; Rundgang Rundgänge; Rundläufe; Umgang
rundel Runde; Rundgang; Tour
strövande Runde; Rundgang; Spaziergang Abirrung; Abschweifen; Abschweifung
vandrins Runde; Rundgang; Spaziergang
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rund kugelformig; mollig; pummelig; ringförmig; rundlich
strövande unstet