Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Razzia:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Razzia (Duits) in het Zweeds

Razzia:

Razzia [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Razzia (überraschend eingreifende Polizeistreife; Angriff; Treiben; )
    räd; nedslag; razzia
    • räd [-en] zelfstandig naamwoord
    • nedslag [-ett] zelfstandig naamwoord
    • razzia [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Razzia:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nedslag Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife
razzia Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife
räd Angriff; Ansturm; Bestürmung; Erstürmung; Hatz; Hetzjagd; Razzia; Treiben; Treibjagd; überraschend eingreifende Polizeistreife Einfall; Invasion; Plünderung; Raubzug; Streifzug

Synoniemen voor "Razzia":


Wiktionary: Razzia

Razzia
noun
  1. übertr.|: zumeist von der Polizei, den Ordnungsbehörden oder von anderen Sicherheitskräften (im großen Stil geplante) unangekündigte, lokal begrenzte Fahndungsaktion nach verdächtigen Personen

Cross Translation:
FromToVia
Razzia räd raid — An attack or invasion for the purpose of making arrests, seizing property, or plundering