Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rauschgift:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rauschgift (Duits) in het Zweeds

Rauschgift:

Rauschgift [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Rauschgift (Drogen; Droge; Narkotikum)
    narkotika; droger
  2. Rauschgift (Droge)
    droger
    • droger zelfstandig naamwoord
  3. Rauschgift (Genußmittel; Droge)
    drog; stimulantia

Vertaal Matrix voor Rauschgift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drog Droge; Genußmittel; Rauschgift Arznei; Arzneimittel; Drogen; Heilmittel; Medikament; Medizin
droger Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift Aufputschmittel; Doping
narkotika Droge; Drogen; Narkotikum; Rauschgift
stimulantia Droge; Genußmittel; Rauschgift Anregungsmittel

Synoniemen voor "Rauschgift":


Verwante vertalingen van Rauschgift