Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Ranger:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ranger (Duits) in het Zweeds

Ranger:

Ranger [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ranger (lästige Person; Unruhestifter; lästiges Kind; lästiger Mensch)
    elände; besvär; plåga; pest; otyg; olägenhet; bråkstake; oskick
    • elände [-ett] zelfstandig naamwoord
    • besvär [-ett] zelfstandig naamwoord
    • plåga [-en] zelfstandig naamwoord
    • pest [-en] zelfstandig naamwoord
    • otyg [-ett] zelfstandig naamwoord
    • olägenhet [-en] zelfstandig naamwoord
    • bråkstake [-en] zelfstandig naamwoord
    • oskick [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ranger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
besvär Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Behinderung; Belästigung; Ergernis; Ergernisse; Getue; Kram; Krankheit; Kummer; Leid; Leiden; Mühe; Pein; Schmerz; Störung; Umstände; Ungemach; viel Mühe; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Überbelästigung
bråkstake Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Halbstarke
elände Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Armut; Elend; Elende; Jämmerlichkeit; Leid; Misere; Mißgeschick; Not; Pech; Schicksalsschlag; Schicksalsschläge; Schlamassel; Unglück; Widerwärtigkeiten
olägenhet Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Behinderung; Belästigung; Beschwerde; Beschwerlichkeit; Ergernis; Ergernisse; Lästigkeit; Nachteil; Schadensfaktor; Schattenseite; Schwierigkeit; Störung; Unannehmlichkeit; Unbequemlichkeit; Ungemach; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis; Übel; Überbelästigung
oskick Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
otyg Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
pest Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind Epidemie; Pest; Plage; Seuche
plåga Ranger; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plåga belästigen; brutal vorgehen; einschüchtern; eitern; foltern; foppen; kasteien; martern; peinigen; piesacken; plagen; quälen; schikanieren; schinden; sich eklig benehmen; streiten; triezen; tyrannisieren; verarschen; vergraulen; verladen; verletzen; weg ekeln; wegekeln; zanken
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
plåga Qual