Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Rahmen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Rahmen (Duits) in het Zweeds

Rahmen:

Rahmen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Rahmen (Leiste; Rand; Beschlag; Borte)
    inramning
  2. der Rahmen (Gerüst; Gestell; Gerippe)
    resning; konstruktion; stomme; skelett
  3. der Rahmen (Kante; Leiste; Umrandung; )
    inramnings arbete
  4. der Rahmen (Fahrgestell; Chassis; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell)
    skal; chassi; ram; stomme; skelett
    • skal [-ett] zelfstandig naamwoord
    • chassi [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ram [-en] zelfstandig naamwoord
    • stomme [-en] zelfstandig naamwoord
    • skelett [-ett] zelfstandig naamwoord
  5. der Rahmen
  6. der Rahmen
    ram
    • ram [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Rahmen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chassi Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen
inramning Beschlag; Borte; Leiste; Rahmen; Rand
inramnings arbete Aufstellung; Gipfel; Grenze; Kante; Leiste; Rahmen; Register; Tabelle; Umrandung; Verzeichnis
konstruktion Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen Anlegen; Anordnung; Anschlagen; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Bauart; Bausektor; Einteilung; Erbauung; Errichtung; Fertigung; Gestaltung; Herstellung; Komplex; Konstruktion; Ordnung; Rangordnung; Struktur; System; Zusammensetzung; innere Aufbau
ram Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen Frame; Gerippe; Gestell; Gesundheit; Konstituierung; Konstitution; Körperbau; Körperbeschaffentheit; Leibesbeschaffenheit; Leistenwerk; Verfassung; Videoframe
resning Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen Auflehnung; Aufruhr; Aufstand; Erhebung; Rebellion; Volksaufstand; Volkserhebung
skal Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerüst; Gestell; Rahmen Deckel; Design; Dose; Emballage; Gefäß; Gehäuse; Hülse; Kappe; Kapsel; Karton; Kasten; Muschel; Packung; Schachtel; Schale; Skin; Verpackung
skelett Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen Gebeine; Gerippe; Gerüst; Gestell; Knochen; Knochenbau; Skelett; dürres Geschöpf
stomme Chassis; Fahrgestell; Fensterrahmen; Gerippe; Gerüst; Gestell; Rahmen Gerippe; Gestell; Leistenwerk
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kantlinje Rahmen

Synoniemen voor "Rahmen":


Wiktionary: Rahmen

Rahmen
noun
  1. stabilisierendes Gerüst, zum Beispiel eines Fahrzeugs oder Gerätes
  2. Fenstereinfassung oder Türeinfassung
  3. Einfassung eines Bildes
    • Rahmenram
  4. umschließende Einheit in einer Rahmenerzählung, die mehrere Binnengeschichten umfassen
    • Rahmenram

Cross Translation:
FromToVia
Rahmen bjälklag; stomme frame — structural elements of a building or other constructed object
Rahmen ram frame — rigid, generally rectangular mounting
Rahmen ram frame — chunk of data

Verwante vertalingen van Rahmen