Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Räumlichkeit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Räumlichkeit (Duits) in het Zweeds

Räumlichkeit:

Räumlichkeit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Räumlichkeit (Zimmer; Kammer; Raum; )
    rum; kammare
    • rum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • kammare zelfstandig naamwoord
  2. die Räumlichkeit (großes Zimmer; Saal; Raum; )
    rum; hall; stort rum
    • rum [-ett] zelfstandig naamwoord
    • hall [-en] zelfstandig naamwoord
    • stort rum zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Räumlichkeit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hall Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Diele; Eingang; Eingangshalle; Entree; Flur; Halle; Portal; Vestibül; Vorhalle
kammare Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Zimmer Kleines Zimmer
rum Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Gruppenraum; Raum; Räume; Säle; Zimmer; Zuschauerräume
stort rum Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer

Wiktionary: Räumlichkeit

Räumlichkeit
noun
  1. meist Plural: ein, mehrere oder nicht näher bestimmte Anzahl von innerhalb eines Gebäudes oder Bauwerkes gelegenen Raum

Cross Translation:
FromToVia
Räumlichkeit lokal premise — piece of real estate