Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Quasselstrippe:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Quasselstrippe (Duits) in het Zweeds

Quasselstrippe:

Quasselstrippe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Quasselstrippe (Trödler; Faulpelz; Salzsack; )
    trögis
  2. die Quasselstrippe (Faseltante; Schwätzerin; Klatschbase; )
    skvallerkäring; pratkvarn; skvallertant
  3. die Quasselstrippe (Quasseltante; Klatschbase)
    pratmakare
  4. die Quasselstrippe (Faseler; Faselhans)
    latmask; lätting; sölkorv; dagdrivare

Vertaal Matrix voor Quasselstrippe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dagdrivare Faseler; Faselhans; Quasselstrippe Schwänzer
latmask Faseler; Faselhans; Quasselstrippe Drückeberger; Drückebergerin; Faulenzer; Faulpelz; Faultier
lätting Faseler; Faselhans; Quasselstrippe
pratkvarn Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin Erzähler; Plauderer
pratmakare Klatschbase; Quasselstrippe; Quasseltante Klatschtanten
skvallerkäring Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin
skvallertant Faselhans; Faseltante; Klatschbase; Klatschmaul; Quasselstrippe; Quasseltante; Schwätzerin
sölkorv Faseler; Faselhans; Quasselstrippe
trögis Drückeberger; Drückebergerin; Faseler; Faselhans; Faulenzer; Faulpelz; Nachzügler; Nörgler; Quasselstrippe; Salzsack; Trödelliese; Trödler; Zauderer Blöde; Einfaltspinsel; Esel; Kuh; Schaf; Schafskopf; Schwachkopf; Trottel; dumme Nuß

Synoniemen voor "Quasselstrippe":


Wiktionary: Quasselstrippe


Cross Translation:
FromToVia
Quasselstrippe skvallertant; sladdertacka tattletale — one who gossips

Computer vertaling door derden: