Duits
Uitgebreide vertaling voor Prahler (Duits) in het Zweeds
Prahler:
-
die Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)
-
der Prahler (Wichtigtuer; Angeber; Schwätzer; Großmaul; Aufschneider; Großsprecher; Großtuer; Dicktuer)
-
der Prahler (Großmaul; Prahlhans)
konstig fågel-
konstig fågel zelfstandig naamwoord
-
-
der Prahler (Aufschneider; Angeber; Großmaul; Großsprecher)
-
der Prahler (Aufschneider; Angeber; Wichtigtuer; Großtuer; Dicktuer)
rumlare; bullersam överförfriskad person-
rumlare zelfstandig naamwoord
-
bullersam överförfriskad person zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Prahler:
Synoniemen voor "Prahler":
Computer vertaling door derden: