Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Prämie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Prämie (Duits) in het Zweeds

Prämie:

Prämie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Prämie (Bonus; Zuschlag; Aufschlag; )
    bonus
    • bonus [-en] zelfstandig naamwoord
  2. die Prämie (Versicherungsprämie)
  3. die Prämie (Gehaltserhöhung; Aufschlag; Zuschlag; )
    löneförhöjning
  4. die Prämie (Gratifikation)
    bonus; något extra

Vertaal Matrix voor Prämie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonus Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Gehaltsprämie; Zuschläge; Zuschüsse
försäkringspremie Prämie; Versicherungsprämie Versicherungsprämie
löneförhöjning Aufgeld; Aufschlag; Erhöhung; Extravergütung; Gehaltserhöhung; Lohnerhöhung; Prämie; Zuschlag; Zuschuß; Zuzahlung Aufbesserung der Löhne
något extra Gratifikation; Prämie

Synoniemen voor "Prämie":


Wiktionary: Prämie


Cross Translation:
FromToVia
Prämie belöning bounty — reward
Prämie pris prix — Récompense.