Overzicht
Duits naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. Pelz:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Pelz (Duits) in het Zweeds

Pelz:

Pelz [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Pelz (Pelzwerk)
    beläggning
  2. der Pelz (Haut; Fell)
    skinn
    • skinn zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Pelz:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beläggning Pelz; Pelzwerk Auslastung; Belag; Schicht; Zuteilung
skinn Fell; Haut; Pelz Bälge; Haut; Pelzrand; Schalen

Synoniemen voor "Pelz":


Wiktionary: Pelz

Pelz
noun
  1. bearbeitetes Tierfell, welches zur Herstellung von Bekleidung verwendet wird
  2. Mantel aus behaartem Tierfell
  3. veraltet: Haut
  4. dicke Schicht aus Fasern, Flor oder anderen gleichartigen Gebilden
  5. behaartes Tierfell

Cross Translation:
FromToVia
Pelz fäll; skinn pelt — the skin of a beast with the hair on; a raw or undressed hide; a skin preserved with the hairy or woolly covering on it