Overzicht
Duits naar Zweeds: Meer gegevens...
- Passepartout:
-
Wiktionary:
- Passepartout → passepartoutbiljett, säsongskort, huvudnyckel, passepartout, frikort
Duits
Uitgebreide vertaling voor Passepartout (Duits) in het Zweeds
Passepartout:
-
Passepartout (Dauerkarte; Hauptschlüssel)
passepartout-
passepartout zelfstandig naamwoord
-
Vertaal Matrix voor Passepartout:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
passepartout | Dauerkarte; Hauptschlüssel; Passepartout |
Synoniemen voor "Passepartout":
Wiktionary: Passepartout
Passepartout
noun
-
veraltet: Dauerkarte
- Passepartout → passepartoutbiljett; säsongskort
-
Generalschlüssel, der sofort und überall in alle Schlösser passt
- Passepartout → huvudnyckel; passepartout
-
veraltet: Freipass, Zugangsberechtigung, Backstage-Pass
- Passepartout → frikort; passepartout
-
Bilderrahmen aus Karton
- Passepartout → passepartout